Vijftienhuizen

Uit Open Folkcamp Wiki
Versie door Frank (overleg | bijdragen) op 9 aug 2008 om 14:54 (Nieuwe pagina: Er was eens zo in de jaren 30 van de vorige eeuw een klein gehucht in de buurt van Vierhouten in het bos. Een gehucht van 15 a 20 huizen heette Vijftienhuizen. Als een van de weinige ...)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springenNaar zoeken springen

Er was eens zo in de jaren 30 van de vorige eeuw een klein gehucht in de buurt van Vierhouten in het bos. Een gehucht van 15 a 20 huizen heette Vijftienhuizen. Als een van de weinige nederzettingen van die tijd was dit gehucht volledig gerioleerd en had een eigen rioolwaterzuivering. Als gevolg hiervan waren de gezinnen hier welvarend en gezond. Het ontbreken van menselijke uitwerpselen in de straten maakte dat voor die tijd gebruikelijke ziekten als tyfus en cholera geen kans hadden.

Zoals gezegd was het een klein maar welvarend gehucht. In het bos, een beetje verderop woonde een heks. De heks woonde vroeger ook in het gehucht, maar zij was (waarschijnlijk onterecht) beschuldigd als de oorzaak van ziekte en overlijden en daarna uit Vijftienhuizen verbannen. De heks zon op wraak.

Op een dag kwam er diep uit het Veluwse woud een gigantische trol. De trol bezette de rioolwaterzuivering, maakte de pompen onklaar en hakte gaten in de rioolbuizen. Als snel kregen de Vijftienhuizers in de gaten dat er iets mis was. De toiletten voerden niet meer af en het rioolwater liep weer door de straten. De plaatselijke loodgieter keerde al snel weer terug. De trol was zo angstaanjagend woest, dat hij het niet aandurfde met reparaties aan te vangen. Bovendien was de schade zo groot dat het wel enige dagen, zo niet weken zou uren om de rioolafvoer weer op gang te krijgen.

De Vijftienhuizers waren radeloos. De stank was ondragelijk, kinderen klaagden reeds over hoofdpijn en de volwassenen voelden zich met de dag ongemakkelijker. Er werd een dorpsvergadering belegd. Het werd een onrustige vergadering. Het was duidelijk dat de kleine gemeenschap volledig in beroering was. Een van de oudere mannen herinnerde zich dat de vrouw die ze als heks verbannen hadden toch vaak goede oplossingen had voor dit soort problemen, en hij stelde voor om haar op te zoeken. En zoals dat vaak gaat in primitieve gemeenschappen, krijgt degene die met een acceptabel voorstel komt ook de opdracht om het uit te voeren.

De volgende ochtend trok de oude man het bos in. Na een paar uur lopen kam hij bij het hutje van de heks. De heks stond in een grote ketel te roeren en de duur van haar hutje stond open. De oude man klopte aan en nauwelijks hoorbaar nodigde de heks hem binnen. De man keek rond, hij was moe van de tocht en besloot maar aan de tafel te gaan zitten. De heks schepte 2 grote houten kommen vol soep en ging ook aan tafel zitten. De man bedacht zich gen moment en begon hongerig de smakelijke soep naar binnen te werken. De heks at rustig. Toen de man klaar was, begon hij te vertellen. Hoe ze de riolering aangelegd hadden en dat het daarna eg goed gegaan was met de dopelingen. Dat ze nu wel snapten dat niet de heks maar de hygiëne de oorzaak van ziekte en overlijden waren geweest. Maar dat door de komst van de trol de menselijke uitwerpselen weer door de straten dreven. En dat hij vervolgens met instemming van alle Vijftienhuizers op pad gestuurd was om te vragen of de heks hen van de menselijke uitwerpselen konden verlossen.

De heks at haar soep. Stilletjes van binnen zat ze zich te verkneukelen. Toen ze haar soep op had pakte ze een oud receptenboek en bladerde wat. Vervolgens zij ze tegen de man dat het wel veel ging kosten. Hij moest begrijpen dat ze na al die jaren ballingschap genoegdoening eiste. De man beloofde dat hij zijn best zou doen en de volgende dag weer terug zou komen.

's Avonds